Kamp PDA, Amersfoort
Zoek iedereen die in dit kamp gezeten heeft » Laat zien op de kaart »'Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort', of kortweg 'PDA', was de officiële naam van het kamp dat in 1941 is opgericht aan de zuidgrens van Amersfoort en de gemeente Leusden. Het viel, samen met Kamp Westerbork, onder de Sicherheitsdienst (SD) van het nazi-bewind. De naam van het kamp werd in 1943 gewijzigd van PDA in Erweitertes Polizeigefängnis Amersfoort. Het was een dependance van het Oranjehotel in Scheveningen. Doordat de kampadministratie gebruik bleef maken van de oude formulieren waarop het kamp nog als PDA vermeld stond, is de naamsverandering waarschijnlijk niet opgevallen.
Kamp Amersfoort was een zogeheten 'Schutzhaftlager', een strafkamp, een werktuig van de nazi's, waar meer dan 35.000 gevangenen officieel werden ingeschreven. Dit waren overwegend mannen, maar soms ook vrouwen, veelal zonder proces of veroordeling. Er verbleven geallieerde krijgsgevangenen, groepen gijzelaars gevangen gezet en mannelijke arbeidskrachten die bij razzia's waren opgepakt. Als represaille of als straf voor overtreding van de geldende mensonterende, speciale regels voor Joodse Nederlanders waren er strafplaatsen voor Joodse mannen, die een 'speciale behandeling' kregen.
In het kamp en haar omgeving hebben tal van (schijn)processen plaatsgevonden. Vele doodvonnissen of represaille-executies zijn bij het kamp of op nabijgelegen plaatsen uitgevoerd. In dit verband kan Kamp Amersfoort de grootste executieplaats van Nederland in' 40-'45 genoemd worden, executies waarvan nog niet alle locaties zijn gevonden. Er werden tevens gevangenen afgevoerd om in Duitsland te moeten werken of om in concentratiekampen te verdwijnen. Een enkele keer kwamen er mensen vrij.
In 1947 werd het voormalige Kamp Amersfoort door de Nationale Monumenten Commissie aangewezen als locatie voor een nationaal monument. Op het einde van de schietbaan van het kamp, waar ook executies zijn uitgevoerd, werd in 1950 een voorlopig houten kruis geplaatst. Deze schietbaan was in dwangarbeid door gevangenen aangelegd. Op 14 mei 1953 onthulde minister president dr. W. Drees het beeld 'Gevangene voor het vuurpeloton', gemaakt door beeldhouwer en oud-gevangene F. Sieger en geschonken door oud-gevangenen. Dit beeld wordt ook wel 'De Stenen Man' genoemd. Samen met de voormalige schietbaan maakt 'De Stenen Man' deel uit van het Nationaal Monument Kamp Amersfoort.
Groningers in Kamp Amersfoort
In Kamp Amersfoort behielden de gijzelaars hun burgerkleding en ook het bezoek aan de kapper of Friseur bij aankomst bleef hen voorlopig bespaard. Op 22 mei 1944 werden de gijzelaars ingedeeld bij de Strovlechterij. Later werden zij ook tewerkgesteld in de Biezenvlechterij. Pas vanaf 9 juni dienden de gijzelaars met de andere gevangenen op appel te verschijnen. Tot die tijd waren ze vrijgesteld van appèl met hun medegevangenen.
Op 28 juni 1944 werden de gijzelaars geselecteerd voor transport naar Duitsland. Dat transport vond plaats in de nacht van 6 op 7 juli 1944. Enkele dagen voor deze transportdatum werden de gijzelaars alsnog kaalgeknipt en op 7 Juli om 02:30 stonden ongeveer 650 gevangenen in rijen van 4 aangetreden voor transport op de appèlplaats. Om 04:30 vertrok de trein van station Amersfoort richting Duitsland. Via Bentheim, Braunschweig (waar 160 gevangenen achterbleven), Halle naar Schkopau.
Van de 650 gevangenen die op 7 juli op transport gingen zijn meer dan 150 gevangenen aan ziekte, ondervoeding en mishandeling overleden.