Kamp Lager, Walbeck
Zoek iedereen die in dit kamp gezeten heeft »Beschrijving van Th. Verkooyen.
Op 7 juli kwam de groep (achternamen S t/m Z) in Braunschweig aan.
Eerst verbleven ze in lager 18 of 23. Na enkele dagen is een deel van de groep doorgestuurd naar Walbeck. Het onderkomen was een zeildoek tent op +/- 1 op palen van de grond. De bodem van de tent was bedekt met stro en een vunzige paardendeken om onder te slapen. Dit kamp was zeer slecht en koud. Het kamp lag aan de weg naar Walbeck en werd bewaakt door SS-ers.
Beschrijving van Thomas Sander uit Groningen
Thomas zat waarschijnlijk in een andere groep in hetzelfde kamp.
'We hebben daar eerst acht weken in een tent gezeten, een grote tent met wachtposten en twee rijen prikkeldraad. Het ging er echter heel soepel, de wachten waren oudere mensen en ze moesten niets van de oorlog hebben. Als we soms van de fabriek naar het kamp terug gingen namen we een kortere weg. Dan namen wij het geweer van de wacht mee. Verschillende van ons vluchtten maar werden na een tien kilometer weer gepakt. Ze kregen alleen waarschuwingen. Deden ze het voor de tweede keer dan kwamen ze in een straflager. Er zijn daar dingen gedaan waar de doodstraf op stond maar er is nooit iets gebeurd. Na acht weken in Walbeck kwamen we in twee hotels. We gingen vaak gewoon met de bus heen en weer. We werkten in twee ploegen, een dag – en een nachtploeg. Een keer heb ik zeven weken achter elkaar nachtdienst gehad. We stonden achter draaibanken en freesmachines, we werkten in Grasleben. Het werk was niet zwaar.'
Weferlingen - Deckname Gazelle (Stand Oktober 1992)
Unter dieser Bezeichnung entstand im August 1944 in der Ortslage Walbeck nahe Helmstedt ein KZ-Außenlager mit durchschnittlich 400 Männern, das bis April 1945 existierte. In den stillgelegten Kalischächten Buchberg und Gerhard des Burbach-Konzerns leisteten die Häftlinge Zwangsarbeit für die Aufschließungsfirma Dallmann aus Westfalen und vor allem für die Büssing AG und deren Zweigwerk Niedersächsische Motorenwerke. Die o.g. Schächte wurden von den KZ-Insassen ausgebaut, um dort Motoren für Flugzeuge, U- und Schnellboote zu produzieren. Höchstwahrscheinlich mußten die Häftlinge zunächst in Zelten am Buchberg hausen, ehe sie in Holzbaracken umquartiert wurden. Daneben könnten einige Häftlinge auch auf der tiefsten Sohle des Schachtes untergebracht worden sein. Die im Haftstättenverzeichnis RFSS (Arolsen) enthaltene Aussage, daß die Unterbringung der Häftlinge in Grasleben erfolgte, wird von den Ortsansässigen ausgeschlossen.
Die Betriebsanlagen des Schachtes Buchberg sowie die dort befindlichen Baracken wurden 1947/48 gesprengt, so daß nur noch einzelne Fundamentreste sichtbar sind. Der Schacht Gerhard ist völlig verschwunden durch den benachbarten Abbau von Quarzsanden (Sand- und Tonwerke Walbeck). Umfangreiche Grenzsicherungsanlagen an der ehemaligen DDR-Staatsgrenze haben viele Spuren verwischt. Das ehemalige Verwaltungsgebäude des Burbach-Konzerns ist noch heute in sehr gutem Zustand erhalten, befindet sich in Beendorf und dient als Schulgebäude (zie foto).
Auf dem Friedhof Walbeck, wo laut Sterberegister drei KZ-Häftlinge bestattet sind, befindet sich ein Gedenkstein zur Mahnung an die Ereignisse um das ehemalige Lager.