en door de bezetter weggevoerd. Velen van hen keerden nooit terug.
2 personen hebben Pieter Postmus in hun hart gesloten.
In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.
Naam: | Pieter Postmus |
Geboren: | Dinsdag 18 September 1923 te Bedum |
Overleden: | Zaterdag 24 Juli 1999 |
Adres: | de Kamp 2 |
Woonplaats: | Bedum |
Opgepakt bij de Razzia in Winsum, Bedum, Middelstum, Zuidwolde en omstreken van 25 april 1944 in de de Kamp 2, Bedum. | |
Op dinsdag 26 april 1944 per trein afgevoerd naar het PDA in Amersfoort | |
In het PDA werden alle persoonsgegevens genoteerd waaronder het beroep van de gevangene. | |
Beroep: | Arbeiter |
Gevangenenr: | 993 |
Tussen 25 april 1944 en 7 juli 1944 werden een aantal gegijzelden vrijgelaten | |
Pieter Postmus is NIET vrijgelaten | |
Op 7 juli 1944 's-morgens om 02:30 uur werden de gevangenen afgemarcheerd naar het station in Amersfoort om per trein naar Duitsland vervoerd te worden. | |
Kampen in duitsland: | |
Plaats, kamp: | Schkopau, Schkopau |
Plaats, kamp: | Lippendorf, De Kippe |
Plaats, kamp: | Peres, Alpenrose |
Werkplekken in duitsland: | |
Plaats, plek: | Böhlen / Lippendorf, BRABAG en de A.S.W. |
Pieter Postmus is teruggekeerd: Woensdag 13 Juni 1945 | |
Persoonlijk verhaal: | |
Piet Postmus zat ook op de Kippe; De Amerikanen hebben de fabriek reeds meerdere keren bezocht, zodat er voor ons werk in overvloed was. We hebben ons eerste bombardement meegemaakt op16 augustus. Tegen half elf begon de sirene te loeien, vooralarm direct overgegaan in alarm en even later in volalarm. 't wordt menens. Het is op ons gemunt. zo vlug we konden, kropen we in een schuilkelder. In een lange rij gaan we achter elkaardoor een lange gang. Er hangt een benauwde en duffe lucht. Lang de palen sijpelt water naar beneden. Doffe geluiden dringen van buiten tot ons door. bommen vallen op de fabriek. Dan gaat ineens het licht uit en zitten we in het donker. Plotseling zegt één van de jongens; hoe zou het thuis zijn? Dan zegt een ander; begin daar niet over te praten, daar kun je gek van worden. Zodra het sein "veilig" wordt gegeven kruipen we koud en verkleumd weer uit de kelder. Vuur en vlam omringen ons en getuigen de trefzekerheid van de geallieerde piloten. We konden weer puinruimen. Later in Peres; Op een donkere novemberavond besluiten we, ik met twee vrienden, de tocht naar de velden te wagen. Met een zak en een dikke stok gewapend trekken we er op uit en kruipen onder het prikkeldraad door en bereiken veilig de bergplaatsen van al die lekkernijen.Met de stok wordt de kuil opengewerkt en met een flinke voorraad aanvaarden we de terugreis. Vlak bij het kamp aangekomen klinkt het 'HALT!' Verstijft na schrik blijven de 'uitbrekers' staan. Wij zijn gesnapt, rillend en bevend wachten we wat er met ons gaat gebeuren. Na een korte ondervraging worden we naar de 'verwaltung' gebracht. Daar wordt een krukje aangehaald, waarop je moest gaan liggen om 150 stokslagen in ontvangst te nemen. Ondraagelijk was de pijn en je was bont en blauw geslagen. Dadelijk erop konden we de geweren gaan poetsen voor de wacht, en om vervolgens twee uur staan pompen. Daarna met elkaar in één cel gedrukt met drie hompen brood. Ik kon het bijna niet meer uithouden en toen de drie dieven na drie dagen weer terug mochten naar de barak, kon ik niet meer dan strompelen tussen twee andere in. Bij het kamp wachte de lagerführer ons op en waarschuwde ons dit niet weer te doen. Ik kon het werk niet hervatten, een sterk opgezet been verhinderde mij het lopen. |