Op 25 april 1944 werden in Bedum honderden jonge mannen opgepakt
en door de bezetter weggevoerd. Velen van hen keerden nooit terug.

Vorige persoon (C. Vriesema) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (E. Weg)
hart

Herdenk Johan Walker door hem in uw hart te sluiten.

In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.

Naam: Johan Walker
 
Geboren:Vrijdag 22 Mei 1925 te Middelstum
Overleden: Vrijdag 15 Oktober 2004
 
Adres: A 4
Woonplaats:Middelstum
 
Arbeidsongeschiktheidskaart van Johan Walker; bron: AOK-Versichertenkarte Stadtarchiv Braunschweig. Arbeidsongeschiktheidskaart van Johan Walker; bron: AOK-Versichertenkarte Stadtarchiv Braunschweig.
 
Opgepakt bij de Razzia in Winsum, Bedum, Middelstum, Zuidwolde en omstreken van 25 april 1944 in de A 4 , Middelstum.
 
Op dinsdag 26 april 1944 per trein afgevoerd naar het PDA in Amersfoort
 
In het PDA werden alle persoonsgegevens genoteerd waaronder het beroep van de gevangene.
Beroep:Heizer
Gevangenenr:1030
 
Tussen 25 april 1944 en 7 juli 1944 werden een aantal gegijzelden vrijgelaten
Johan Walker is NIET vrijgelaten
 
Op 7 juli 1944 's-morgens om 02:30 uur werden de gevangenen afgemarcheerd naar het station in Amersfoort om per trein naar Duitsland vervoerd te worden.
 
Kampen in duitsland:
Plaats, kamp: Mascherode bij Braunschweig, Lager
Plaats, kamp: Walbeck, Lager
 
Persoonlijk verhaal:
 

Gegevens uit "Aanslag en Represaille" blz 44 en 45: Johan was "Dorschmachinearbeider"

 

Johan Walker was 18 toen hij tijdens de razzia in Middelstum werd opgepakt. Met alle andere gijzelaars is hij uiteindelijk op transport gesteld naar Kamp Amersfoort waar hij ongeveer 2,5 maand heeft gezeten. 

Over de ervaringen in dit kamp schrijft hij:

’De omstandigheden waren verschrikkelijk. Mijn familie kwam mij opzoeken maar dat werd geweigerd, terwijl ze bij de poort stonden. We moesten ook dagenlang in de brandende zon staan omdat de bewakers een lucifer hadden gevonden. Tijdens een andere straf moesten we continu diepe kniebuigingen maken terwijl de bewakers met pistolen over onze hoofden heen schoten’.

Op 7 juli 1944 werd hij op transport gesteld naar Braunschweig in Duitsland. Daar werd hij te werk gesteld in de ondergrondse zoutmijnen (KZ-Aussenlager Weferlingen, codenaam Gazelle). De gevangen moesten gedurende twaalf uur achter elkaar werken aan vliegtuigmotoren.
Het werk viel Johan zwaar en door de zeer slechte voeding liep hij ‘open benen’ op. Een Italiaanse arts die ook in het kamp gevangen zat (waarschijnlijk een Italiaanse partizaan) verzorgde hem, maar zijn zijn situatie verbeterde niet.
Omdat hij lange tijd in de ziekenbarak verbleef, hielp hij de Italiaanse arts zo veel mogelijk. Toen Jan Wiertsma met TBC in de ziekenbarak aankwam, hebben ze nog geprobeerd hem te redden. Zij ondernamen een ingreep om vocht achter zijn longen te verwijderen. Een ingrijp die niet alleen gevaarlijk was (de Duitse bewakers hadden het verboden) maar ook nog eens zeer pijnlijk (het gebeurde zonder verdoving). Het mocht niet baten en Wiertsma overleed.
Over de uitvaart schrijft Johan:

’Daarna samen met Bonne Willemsen uit Winsum Wiertsema gekist in een veel te kleine kist zodat hij er met gebroken botten in moest. Daarna vond de begrafenis plaats waar ik met alle geweld bij wilde zijn omdat ik hem tot het laatst had verzorgd.’

 

Na enkele maanden werd de Italiaanse arts vervangen door een Duitse die Johan weer aan het werk zette (‘zonder werk, geen eten!’), terwijl Johan nog steeds last had van open benen en leed aan een zenuwinzinking.

Toen het kamp werd bevrijd, was Johan sterk vermagerd, uitgeput en verkeerde hij in een zeer slechte conditie. Toen hij eindelijk weer thuiskwam in Middelstum is hij bijna twee jaar lang zeer ziek geweest. Nooit is zijn gezondheid meer goed gekomen en ook psychisch leed hij zeer onder de herinneringen aan zijn kampjaren.

Opgeschreven door Erik Jan Tillema (kleinzoon)

 

 


Vorige persoon (C. Vriesema) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (E. Weg)